De mens en het milieu
Het milieu heeft invloed op de mens. De mens is (net als alle andere organismen) afhankelijk van het milieu.
Mensen halen voedsel, zuurstof en water uit het milieu om te eten, adem te halen en om te drinken. Zich te wassen of het toilet door te spoelen. Ook wordt veel water gebruikt in de industrie en landbouw. Mensen halen energie uit het milieu. Bijvoorbeeld: om te koken, hun huis te verwarmen en om machines te laten werken. Het milieu levert grondstoffen, die worden gebruikt om producten te maken. IJzer wordt gemaakt van ijzererts, wol van schapenvacht en plastic en andere kunststoffen van aardolie. Sommige planten en dieren leveren grondstoffen voor medicijnen.
Het milieu is belangrijk als plaats voor recreatie. Veel mensen gebruiken milieu om zich te ontspannen. Ze brengen vrije tijd graag door in de natuur, bv: om te wandelen, te vissen of te zwemmen.
Invloeden op het milieu
De mens heeft invloed op het milieu.
Doordat mensen bepaalde stoffen aan het milieu onttrekken en er andere stoffen aan toevoegen, veranderen ze het milieu. In het verleden (toen er nog maar weinig mensen op aarde leefden) was de invloed van de mens op het milieu klein. Nu veroorzaken de activiteiten van de mens vaak milieuproblemen, die ontstaan doordat de mens stoffen aan het milieu toevoegt die leiden tot vervuiling, of doordat de mens zoveel stoffen aan het milieu onttrekt dat er sprake is van uitputting. Door vervuiling en uitputting vindt aantasting van het milieu plaats. De voornaamste oorzaken van deze milieuproblemen zijn de bevolkingstoename en de manier van leven van de mens. De wereldbevolking is de laatste 100 jaar sterk gegroeid en zal voorlopig nog blijven toenemen. Door die groei is er steeds meer voedsel nodig, waardoor er ook meer grond voor de landbouw nodig is. Bovendien moeten al die mensen ergens wonen en hebben ze wegen nodig om zich te verplaatsen. Ook voor de bouw van huizen en de aanleg van wegen is veel grond nodig. Doordat mensen veel grond gebruiken, verdwijnt voor veel planten en dieren hun natuurlijke milieu.
De mens is de laatste 100 jaar anders gaan leven. Vroeger verplaatsten mensen zich bv met paard en wagen, nu heeft bijna iedereen een auto. Hierdoor werd het mogelijk om veel verder te reizen. Verder gebruiken mensen steeds meer elektrische apparaten. Al deze apparaten en vervoermiddelen hebben energie nodig, net als de fabrieken waar ze gemaakt worden.
Om elektriciteit op te wekken worden veel brandstoffen verbruikt en er komen veel afvalstoffen bij vrij. Deze afvalstoffen vervuilen het milieu. Doordat mensen in het verkeer en bij het opwekken van energie veel brandstoffen verbruiken, raken de energievoorraden op. We zeggen dan dat de energiebronnen uitgeput raken. Om alle machines en apparaten te maken, zijn veel grondstoffen uit het milieu nodig.
Daardoor raken ook de voorraden van deze grondstoffen uitgeput. Als machines en apparaten worden afgedankt, belanden ze bij het afval. Soms is dit afval schadelijk of zelfs giftig voor het milieu. (Hierover is meer te lezen onder het kopje 'Afval'). Een gif = stof met schadelijke invloed op een organisme. Een toxicoloog onderzoekt de werking van gifstoffen.
In de chemische industrie komt vaak giftig afval vrij bij het maken van bv: kunststoffen, geneesmiddelen, wasmiddelen en verf. De overheid controleert of dit giftig afval veilig wordt verwerkt. Soms komen giftige stoffen toch in het milieu, waardoor milieuvervuiling ontstaat.
Biodiversiteit
Door de activiteiten van de mens is het natuurlijk milieu van veel planten en dieren verdwenen. Ook door jacht en visserij zijn verschillende dier- en plantsoorten uitgestorven of worden met uitsterven bedreigd. Wereldwijd neemt het aantal verschillende ecosystemen af. Het gevolg is dat de variatie in de natuur afneemt, waardoor het milieu steeds eentoniger wordt. Door de invloed van de mens neemt de biodiversiteit af.
Dat gebeurt ook in Nederland. De bedreigde dier- en plantsoorten zijn opgenomen op de zogenoemde Rode lijsten. Op een Rode lijst staat een overzicht van soorten die uit Nederland zijn verdwenen of dreigen te verdwijnen.
Flora- en faunawet = wet die dieren- en platensoorten beschermt. Het is bijvoorbeeld niet toegestaan om beschermde platen te plukken of beschermde dieren te doden of te vangen.
Met deze en andere beschermingsmaatregelen wordt geprobeerd om de populaties van bedreigde soorten weer te laten toenemen. Herintroductie = terugbrengen van dier- of plantensoort in een land.

Maak jouw eigen website met JouwWeb